Toen ik veertien jaar was, werd ik een grote zus. Mijn moeder kreeg een baby, die toen nog schattig was en waar ik heel zoet uren mee kon knuffelen. Vaak kreeg ik dan glimlachjes van haar, soms een schaterlach. Maar nu, drie jaar later, heeft dat kleine dropje zich ontpopt tot een klein draakje, een doerakje, een boefje, een stout meisje…
Dat laatste is hoe mijn moeder haar pas noemde, toen ze, na de muur, de bank, de tafel en talloze boeken en schriften van mij, ook de onderzetters had ondergekladderd met haar van Sinterklaas gekregen stiften (nóg een reden om December stom te vinden). ‘Liv, je bent een stout meisje’ vertelde mijn moeder haar. Op de trap mocht ze even nadenken over wat ze gedaan had. Ik zat boven, een wonder te verrichten: mijn kamer opruimen. Eef die een kamer opruimt, dat noemt men een wonder inderdaad. Mijn lekkere muziekje werd overstemd door het kleine meisje dat mama uit volle borst tegensprak: ‘IK BEN WÉL EEN LIEF MEISJE!’
En dat is nu haar lijfspreuk geworden. *Liv pakt een chocolatje*, ‘Liv, niet doen!’, ‘Ik ben wél een lief meisje’. *Liv eet het plakje worst van haar beschuitje op en laat het beschuitje staan*, ‘Liv, dat was niet de afspraak!’, ‘Ik ben wél een lief meisje’. *Liv gooit een hand zand door de woonkamer heen*, ‘Liv, potverdikkie!’, ‘Ik ben wél een lief meisje’. *Liv ontdoet mijn bed van ál het beddengoed*, ‘Liv, laat dat op m’n bed liggen!’, ‘Ik ben wél een lief meisje’. *Liv komt om acht uur ’s ochtends in de vakantie mij wakker maken*, ‘Liv, ik wil slapen!’, ‘Ik ben wél een lief meisje’.
En het enige wat ik kan doen is glimlachen en haar groot gelijk geven. Want dat is ze: een lief meisje van drie jaar, zoals meisjes van drie jaar horen te zijn. Zelf vulde ik in die tijd, als ik weer eens op de gang moest nadenken, mijn moeders schoenen met water uit de kraan van het toilet. Met mij is het ook goed gekomen. Tenminste, een soort van (toch?). Lijkt me ook hartstikke vervelend, dat op alles wat je wilt doen de reactie standaard ‘Niet doen!’ is.
Zolang mijn kleine zussendingetje me nog knuffelt, kusjes geeft, dagelijks naast me komt zitten om mij mede te delen dat ik haar grote zus ben en op ‘ik hou van jou’ de reactie ‘ik ook’ geeft (ik vraag me nog altijd af of ze dan bedoelt dat ze ook van mij houdt of ook van zichzelf), neem ik al haar boevige bezigheden met heel veel liefde voor lief. Omdat ze zo’n lief meisje is.