December is stom. Dat is me nogal een uitspraak. December ís ook niet stom, ik vínd december stom. Beter. December: de maand van de feestjes, kou en stress. Deze laatste 31 dagen van het jaar zou ik het liefst in mijn bedje doorbrengen, met een deken tot aan m’n kin opgetrokken, een lekker kussen onder m’n hoofd en een foute kersttrui aan. Maar helaas…
Ik heb namelijk geen lekker kussen voor onder m’n hoofd: mijn huidige kussen is volgens mijn stiefmoeder oud en vies, ‘daar kan je écht niet meer op slapen’. En verder zijn alle andere kussen in huis dun en stom (#FirstWorldProblems). Dat maakt december al verschrikkelijk, spreekt voor zich.
Maar al had ik een goed kussen, zelfs dan kon ik niet in m’n bedje blijven liggen. Want in december moet er sinterklaas gevierd worden en sinterklaas vieren betekent een surprise maken en een surprise maken betekent een nacht voor 5 december doorzwoegen om te zorgen dat je je nichtje de volgende dag niet teleurstelt en je nichtje niet teleurstellen betekent leuke cadeautjes kopen en leuke cadeautjes kopen betekent eerst kapotje veel geld verdienen met oppassen en bladeren van opritten vegen. En lig je dan eindelijk na pakjesavond voldaan in je bedje, komt je driejarige zusje om twee uur ’s nachts haar bed uit om het huis te verblijden met haar vertolking van Zie ginds komt de stoomboot. Wat een leef.
Naast deze fijne sinterklaasstress bestaat dan ook nog de kerststress, auditiestress (want de audities voor toneelscholen beginnen al in de eerste week van januari, hellup!), schoolstress, tekstleerstress en de het-is-veel-te-snel-donker-stress. Potjandorie wat een stress.
En alsof dat allemaal nog niet genoeg is hangen al die straten dan ook nog eens vol met leuke kerstlampjes, moet ik een kerstboom gaan halen en optuigen, eet ik me dik aan pepernoten, zijn de chocoladeletters nu in de aanbieding, is het nog niet eens écht koud, ga ik ook nog eens op wintersport, heb ik een fantastisch excuus om in een foute kersttrui van de mannenafdeling rond te waggelen, moet ik bijna verplicht aan de warme chocolademelk en zie ik mijn familie meer dan ooit.
Och, ik heb zo’n zwaar leven. Brigitte Kaandorp is er niks bij.