Er is een plek in Nederland waar ik het allerliefste ben; een grasveldje, ergens langs een landweggetje in de Flevopolder. Als je er heen wilt, dan rij je er waarschijnlijk eerst drie keer voorbij. Heb je eindelijk de oprijlaan gevonden, dan ben je nog wel twee minuutjes bezig. Daarna betreed je mijn walhalla, mijn perfecte samenleving: Buitenkunst.
Buitenkunst is dus een soort creatieve camping. Je gooit er je tentje op een van de drie velden en daar vertoef je dan een week. Van tevoren heb je al gekozen wat je daar wil doen. Schilderen, zingen, dansen, heel kunstig touwen tussen bomen hangen, foto’s maken van leeggegeten borden of iets anders kunstigs. Daarnaast is het de plek waar je de hele dag in joggingbroek en trui kunt lopen. En dat je dan dus complimenten krijgt over je slobberoutfit. Ook ben ik in mijn weken daar ook getrouwd met mijn kaplaarzen met gouden sterretjes en knalgele regenjas. Het is bijna jammer als het er een week droog blijft.
Ikzelf neem daar altijd deel aan de theaterworkshops voor jongeren (what’s new) en heb daar de tijd van mijn leven. Ik slaap er weinig, zit avonden met een biertje in mijn hand bij het kampvuur onder een dekentje of ik dans er in het restaurant. En ik dans niet graag. Maar hier wel, het liefst de hele nacht. Wat dan weer onhandig is, want de volgende ochtend is het weer vroeg op.
Dan werk ik een week naar een voorstelling toe. Of werk ik ineens een dagje aan een scene die we ergens in een toilethokje hebben bedacht (met mensen die in die week ineens mijn beste vrienden lijken te worden, ook heel raar). En ’s avonds komt iedereen bij elkaar. Dan kijken we naar wat we allemaal gemaakt hebben. Naar bejaarden die dansen, naar kleuters die een liedje hebben bedacht. Daarna verplaatsen we ons weer naar het kampvuur. Of we dansen, maar niet de hele nacht. Want de volgende dag…
En zo leefde ik de afgelopen vakantie twee weken in mijn Buitenkunst-roes. Ik heb er een kapotte keel van gekregen, hoest me suf, voel me leeg nu ik niet meer elke avond naar schilderende mid-lifers kan kijken (want ik kan je vertellen: daar zijn er nogal wat van) en heb een slaapritmeprobleem waar je U tegen zegt. Oh en heel veel mooie herinneringen. Dat ook.
Foto door Tati Grégoire